Olie, rips en alufolie


Of je je gereedschap mee wilt nemen, schrijft Ronnie, de organisator van de sleutelcursus. Ik moet even slikken. Natuurlijk heb ik wel iets dat voor gereedschap doorgaat, maar of ik ermee voor de dag durf te komen? Ik ben dankbaar dat mijn papa me ooit een dopsleutelset in Engelse maten gaf - daar kan ik vast een soort van indruk mee maken. De rest van de selectie bestaat uit een blik motorolie, tie-rips, aluminiumfolie, een oude tandenborstel en wat anti-roest verfjes en poedertjes.

De olie is voor oldtimers, dat staat op het blik (I’m a sucker for clever marketing), de tie-rips houden hem bij elkaar (je wilt niet weten wat er allemaal los kan trillen onderweg) en de poedertjes... tja. Ooit was ik hoopvol.

Alufolie is bijzonder handig; het heeft me meer dan eens gered van pech onderweg als de zekeringetjes weer eens doorbrandden. Zilveren zwachteltje erom en de boel doet het weer.

Uiteindelijk werd ik daar wel erg gemakkelijk in en begon ik me af te vragen waarom die kleine tussenlampjes eigenlijk bestaan. Ik weet nu dat Morris (en ikzelf) (en een handvol vrienden en familie) (inclusief een bruidspaar) van geluk mag spreken dat hij niet in de fik is gevlogen mea maxima culpa.

Intussen is het elektriek al voor veel geld aangepast. Morris ziet er algemeen stralend uit onder de motorkap, dankzij een fikse investering tijdens zijn import naar Nederland. Voor de wet hoeft hij zelfs nooit meer een APK te ondergaan. Dat is toch gek. Oldtimers zijn hiervan gevrijwaard per 2018. Ik denk dat de staat zich niet realiseert dat er ook eigenaren zijn met tie-rips, gaffertape en zilverpapier dat zij gereedschap durven noemen.

Ik beloof beterschap. Vanaf morgen.
Nog even mijn nagels knippen, want er gaat serieus gewerkt worden.






© Esther Gotink

Reacties

Populaire posts